1. Formules invoeren
1. Formules invoeren
In de cellen van MS Excel-werkbladen kunnen getallen of teksten kunnen worden ingevoerd. De werkelijke kracht van MS Excel zit hem echter in de mogelijkheid om ook formules in werkbladcellen in te voegen. Formules maken het mogelijk om allerhande berekeningen automatisch uit te voeren. Daardoor kan een werkblad met ruwe cijfergegevens worden omgebouwd tot een werkblad met zinvolle informatie.
1.1 Waarden en operatoren
Formules worden opgebouwd uit twee basiselementen: waarden en operatoren.
- Waarden kunnen zowel getallen zijn (215, -12, … ) als celverwijzigingen (A1, B3 of F23) of een celbereik (A2:C5). Celverwijzingen maken het voor MS Excel mogelijk om bepaalde getallen, die in een formule moeten worden gebruikt, te kunnen vinden.
- Operatoren maken MS Excel duidelijk wat er met de opgegeven getallen dient te gebeuren:
Optellen | + |
Aftrekken | - |
Vermenigvuldigen | * |
Delen | / |
Daarboven kunnen ook vergelijkingsoperatoren in formules worden gebruikt, die twee getallen met elkaar vergelijken:
Groter dan | > |
Kleiner dan | < |
Gelijk aan | = |
Kleiner dan of gelijk aan | <= |
Groter dan of gelijk aan | >= |
Niet gelijk aan | <> |
Nu bespreken we de werkwijze die erin bestaat de celadressen en operatoren van formules handmatig in te tikken. Op de volgende hoofdstuk wordt toegelicht hoe formules kunnen opgebouwd worden met behulp van de muis.